Da Vinci's Codex
Vond Leonardo da Vinci de
fractale wiskunde uit? Sterke aanwijzingen hiervoor treffen we aan
in de Codex Leicester. Leonardo da Vinci werd in 1452 geboren in het
plaatsje Vinci niet ver van Florence. In oude teksten wordt hij
beschreven als 'Leonardo di ser Piero da Vinci', Leonard de zoon van
Piero uit Vinci. Hij leerde schilderen in Florence maar hij werkte
ook als militair architect en ingenieur voor Cesare Borgia. Zijn
carrière zette hij voort in Milaan in dienst van hertog Ludovico
Sforza, daarna in Rome en later in Frankrijk, waar hij werkte voor
koning Frans I. In 1519 stierf hij in Amboise.
Leonardo werd
bekend als schilder, maar hij was veel meer. Beroemd werd hij vooral
door kunstwerken zoals de 'Mona Lisa' en de muurschildering 'Het
laatste avondmaal'. Als 'uomo universale', algemeen ontwikkeld mens,
als universele geest, was hij het grootste genie van de
renaissance.
|
|
Wij bespreken hem hier vanwege
zijn wetenschappelijke ideeën. Modern is dat hij zijn aantekeningen
baseerde op waarnemingen en daarmee een voorloper werd van het
empirisme. Hij verzamelde kennis op bijna ieder wetenschappelijk
gebied en deed daar ontdekkingen die nog altijd niet allemaal
ontraadseld zijn. Zo maakte hij op wiskundig gebied notities over de
constructie van regelmatige veelhoeken en de kwadratuur van de
cirkel.
Belangrijk is ook zijn ontleding van het menselijk
lichaam, deels ten dienste van de kunst maar gedeeltelijk ook uit
wetenschappelijke belangstelling. In de natuurkunde deed hij
onderzoekingen naar mechanica, optiek en hydraulica. Het is vrij
zeker dat hij de wet van Pascal heeft ontdekt voordat de naamgever
die formuleerde. Deze wet houdt in dat de druk die op een vloeistof
in een gesloten ruimte wordt uitgeoefend, door die vloeistof
onverminderd naar alle delen van die vloeistof wordt doorgegeven.
Omdat hij een camera obscura gebruikte, nemen sommige
geleerden wel aan dat hij daarmee vorm heeft gegeven aan de lijkwade
van Turijn. Het portret op de lijkwade zou zijn eigen portret zijn,
maar dat is op grond van de C-14 datering minder waarschijnlijk.
Daarnaast deed hij ook allerlei uitvindingen zoals een tank, een
onderzeeër en een helikopter. Verder ontwierp hij moderne bruggen,
een apparaat met tandwielen dat vermoedelijk een rekenmachine is op
de wijze van Babbage en een vliegtuig. |
|
Getallen Een
belangrijk deel van zijn ontdekkingen en uitvindingen is neergelegd
in zijn aantekeningenboeken die hij noteerde in spiegelschrift, een
soort geheimschrift. Voorbeelden daarvan zijn de Codex
Atlanticus en de Codices Madrid I en II. Bill Gates telde bijna 31
miljoen dollar neer voor de aankoop van de Codex Leicester. Ook in
de schilderijen van Leonardo was een code verstopt, zoals de
boodschap die door Dan Brown in 'De Da Vinci code' is ontrafeld.
Daaruit zou blijken dat naast Jezus op het 'Het laatste avondmaal'
niet de apostel Johannes zit, maar Maria Magdalena die met Jezus
getrouwd was.
In de uitbeelding van het menselijk lichaam die
bekend staat als de Vitruvische mens verborg Leonardo de ontdekking
van de verhouding 1: 1,618. Bij voorbeeld: de verhouding van de
afstand van de pols tot de vingertop tot de afstand van de elleboog
tot de pols tot is 1: 1,618. Op allerlei plekken in het menselijk
lichaam op deze afbeelding komt die verhouding terug.
Op deze
zogeheten 'Goddelijke verhouding' of Gulden snede zijn veel
verschijnselen in de natuur gebaseerd. Dit getal is te vinden in de
kunst, in de relatie tussen verschillende hartslagen, in de
beschrijving van de Ark van Noach en de vorm van een zeeschelp. We
zien het zelfs in de ideale maten van het menselijk gezicht.
Bij het gebruik van een getal tussen 1 en 2 liep hij vooruit
op latere ontdekkingen, maar hij was niet de eerste. De Pythagorese
broederschap wist al dat sommige getallen tussen 1 en 2 zoals wortel
2 een bijzondere waarde hadden. Zij kwamen echter niet toe aan
fractale meetkunde. In de dertiende eeuw deed Fibonacci een poging
om 1,618 konijnen te fokken, maar zonder succes.
|
|
Fractals Het
gebruiken van een getal tussen 1 en 2 is ook de basis van de moderne
fractale meetkunde. In 1967 schreef Benoît B. Mandelbrot het
geruchtmakende artikel 'How Long Is the Coast of Britain?
Statistical Self-Similarity and Fractional Dimension'. Hij
stelde vast dat hoe nauwkeuriger je naar de kust kijkt, hoe langer
en gedetailleerder de kustlijn wordt. Mandelbrot bewees dat
kustlijnen en andere geografische grenzen een dimensie hebben die
ook tussen 1 en 2 in ligt. In zijn boek 'The fractal geometry of
nature' (1982) werkte hij dit verder uit.
Uit zijn
opvattingen over dimensies ontwikkelde Mandelbrot een bijdrage aan
de theorie van fractals, objecten met een gebroken dimensie. Een
fractal is een wiskundige figuur waarvan de onderdelen gelijkvormig
zijn met het geheel. Op allerlei plekken in zo'n figuur komt men een
soort Droste-effect tegen. Fractale wiskunde droeg weer bij tot de
vorming van de chaostheorie.
Mandelbrot 'ontdekte' de
fractal, maar in wezen had Da Vinci die ontdekking al veel eerder
gedaan. Bestudering van de geheime aantekeningen in de Codex
Leicester leert dat hij al vroeg bezig was fractals te creëren.
Gates heeft deze aantekeningen angstvallig geheim gehouden,
waarschijnlijk omdat er in de code nog nieuwe, toepasbare principes
van de computer verstopt zouden zijn, maar daarmee houden wij ons nu
niet bezig.
Een voorbeeld van de zogenaamde Mandelbrot
fractal zien we in de bijgaande afbeelding. Daaruit blijkt dat Da
Vinci al in de late vijftiende eeuw dergelijke constructies maakte.
Kennelijk was het genie van de renaissance ook op dit gebied zijn
tijd voor.
|
|
|
Ook de fractal met het 'stof'
van Cantor, "Cantor dust" genoemd, was bij Da Vinci bekend. Daarbij
wordt een vierkant in 16 gelijke delen verdeeld, waarvan er 4 worden
vervangen door 4 vierkanten, die ieder telkens weer in 16 delen
worden opgedeeld. En zo verder. Als men de punten die daarvan het
resultaat zijn, allemaal op een rij zet, krijgt men een lijnstuk met
de dimensie 1. In het werk van da Vinci komt af en toe zo'n lijn
voor, bijvoorbeeld de horizontale tafelrand in Het laatste
avondmaal. |
Na Leonardo nam de
belangstelling voor getallen tussen 1 en 2 af. Fermat noteerde er
een stelling over maar deze had een negatieve strekking. Hij
formuleerde: 'Voor elk geheel getal n tussen 1 en 2 heeft de
vergelijking xn+yn=zn geen
oplossingen'. Het bewijs daarvoor schreef hij in de marge van zijn
aantekeningenboek, zodat er te weinig ruimte overbleef voor het
bewijs van zijn laatste stelling.
Pas in de negentiende eeuw
construeerden Gauss en Riemann vormen van wiskunde waarin 1 + 1 niet
2 was maar 1,617. Zijn de tekeningen van het Mandelbrot-mannetje
door Da Vinci niet terug te voeren op toeval? Dat zou misschien het
geval zijn als Leonardo niet nog een gedetailleerde fractal had
gemaakt. De sluitsteen van het bewijs vinden we in een fractale vorm
die genoemd is naar de wiskundige Raymond Julia. Deze klassieke
Julia-fractal komen we namelijk ook in de Codex Leicester tegen.
Hieruit blijkt maar weer dat ook op wiskundig gebied Da Vinci een
groot genie van de renaissance was.
|
| | Drs. W. Tannes |