First
Previous

Last

Index
Home

 


Slide 25 of 64


Situationeel leidinggeven

volgens Hersey en Blanchard

Situationeel leidinggeven hanteert als vertrekpunt de taak (klus) die geklaard moet worden.

Daaraan gerelateerd wordt de taakvolwassenheid van de Medewerker gedefinieerd: M1 , M2, M3 en M4.

In de uitoefening van een functie wordt groei verondersteld in bekwaamheid ('ability') en bereidheid ('willingness').

Op basis hiervan zijn er vier stijlen (S) van leidinggeven te onderkennen.

M1-S1: Instrueren (veel taak en weinig relatie)

M2-S2: Overtuigen (veel taak en veel relatie)

M3-S3: Overleggen (weinig taak en veel relatie)

M4-S4: Delegeren (weinig taak en weinig relatie)