Prioriteit Kenniseconomie

Meer aandacht voor economie

nadere informatie: Jules Ruis


Terug naar Index Prioriteit Kenniseconomie



Gedeputeerde Onno Hoes wil meer aandacht voor economie in Brabantse besluitvorming


Keuze tussen kamsalamander en boterham


Door Kees Bechtold

Woensdag 6 november 2002,


De Nederlandse economie hapert, dus die van Brabant ook. Het rapport De Sociaal Economische Verkenning voor Noord-Brabant geeft richtingen aan voor de toekomst. Voor gedeputeerde Hoes staat vast dat economie en arbeidsmarktbeleid een hogere plaats op de politieke agenda van Brabant moeten krijgen.

Hij zegt het een beetje gechargeerd, maar de boodschap is duidelijk. Gedeputeerde Onno Hoes (VVD) van Economische Zaken wil dat de economie een hogere plaats op de politieke agenda in Brabant krijgt. 'Moeten we de kamsalamander beschermen of moeten we ervoor zorgen, dat de mensen in de toekomst nog hun boterham kunnen verdienen?' De provinciale verkiezingen naderen, dus is Hoes niet te beroerd voor een prikkelende uitlating. 'Mijn missie voor de komende jaren is om de economie en het arbeidsmarktbeleid hoger op de agenda te krijgen.'
'We moeten er trots op zijn dat we in Brabant veel en mooi groen hebben, maar laten we het nuttige met het aangename combineren. Ik wil niet heel Brabant asfalteren, want dan gooien we het kind met het badwater weg. Eigenlijk zou op elk besluit het EZ (economische zaken)-stempel moeten staan. Is er gedacht aan een eventuele economische spin-off?'
Volgens Hoes valt daarin nog een 'hele slag' te maken. En dat Brabant de komende jaren een andere visie nodig heeft, lijkt hoognodig gezien het rapport de Sociaal Economische Verkenning voor Noord-Brabant 2003. Dit rapport, opgesteld door Etin Adviseurs, wordt vandaag gepresenteerd.

Fundament

Aan het fundament van de Brabantse economie, de industriële sector, wordt flink geknaagd. Niet alleen in Brabant overigens; dat geldt voor heel Nederland.
Sluipende de-ïndustrialisatie bedreigt de Nederlandse export - zeer belangrijk voor Brabant - en daarmee de nationale welvaart. De maak-industrie is de afgelopen jaren als economische bedrijvigheid ondergesneeuwd in het geweld van 'dotcom' (internet) en financiële dienstverlening, zo blijkt uit een rapport van FME-CWM, de werkgeversvereniging in de metalelektro, de chemie en de elektronica.

Globalisering

Door de globalisering komt daar nog een probleem bij. 'Jaren is voor ondernemers de vraag geweest 'ga ik in Brabant of Twente zitten?'. Nu is de vraag 'kies ik voor Brabant of Barcelona of Parijs?'. De belangrijkste concurrenten van Brabant zijn niet de lagelonenlanden, maar zitten in West-Europa.'
In de SEV wordt aangestipt dat concurreren op prijs met Oost-Europa, China of India passé is. Dat een deel van de productie uit Brabant verdwijnt, wordt dan ook als een gegeven geaccepteerd. Dit zogenaamde uitschuif- en uitbestedingsproces is weliswaar een bedreiging voor de werkgelegenheid aan de onderkant van de markt, maar biedt tevens de kans voor behoud van andere hoogwaardige kennisactiviteiten, zo staat in de SEV 2003 te lezen.
Alleen zullen zowel de Brabantse kennisinstituten als universiteiten en hogescholen en het bedrijfsleven dan hun deuren wagenwijd open moeten zetten om eens bij elkaar te snuffelen en de handen ineen te slaan. Dat is hoognodig, vindt Hoes. 'Daar heb ik geld voor over.'

Philips

Het sleutelwoord voor de toekomst van economisch Brabant is innovatie. 'De innovatiekracht van de Brabantse industriële bedrijven zal verbeterd moeten worden, zodat ze interessante partners worden voor grote internationale bedrijven die werk uitbesteden.'
Hoes wil naar een clustering van bedrijven. 'Grote bedrijven moeten hier verankerd zijn. Ze moeten hun kennis meer delen met kleinere toeleverende bedrijven en zo vastgeklonken zijn aan elkaar dat ze de business niet zo maar even gemakkelijk kunnen verplaatsen naar elders. We moeten toe naar een Silicon Valley-achtige setting. Nu al hoor je dat ondernemingen overwegen hun onderzoek en ontwikkeling (R&D) over te hevelen naar andere landen. Als we niets doen, zijn ze weg.'
De gedeputeerde refereert hiermee aan Philips dat onlangs bij monde van technologiebaas Ad Huijser liet weten te overwegen R&D uit Nederland te laten vertrekken als de overheid zich daar niet meer mee gaat bemoeien.
Niet het zoveel mogelijk aantrekken van buitenlandse bedrijven naar Brabant is belangrijk, maar het behoud ervan voor Brabant, vindt Hoes. 'Ik heb er liever één die wortel schiet dan tien die even langskomen.'
Volgens de gedeputeerde hebben sommige bedrijfstakken hun langste tijd gehad en is het de vraag of Brabant zich nog veel moeite moet getroosten. 'We moeten ons afvragen of sommige bedrijfstakken nog toekomst hebben en of we daar een hoop voor overhoop moeten halen.' De glastuinbouw is volgens hem hiervan een voorbeeld.

------------------------------------------------------------------------------------------

Gelezen in het Eindhovens Dagblad van 6 november 2002

------------------------------------------------------------------------------------------


Terug naar de top van deze pagina