Vragenlijst Leerstijlen
(model van Kolb/Juch)Terug naar index Vragenlijsten
Een leerstijl is de manier waarop iemand leert. De een is wat meer een denker; de ander meer een doener. Sommige mensen houden zich liever wat op de achtergrond en nemen de zaken waar; een vierde type zijn de praters, de actievelingen, altijd bezig met plannen en organiseren.
De bedoeling van deze vragenlijst is uw voorkeur-leerstijl(en) te ontdekken. Door de jaren heen hebt u waarschijnlijk een aantal leer-'gewoontes' ontwikkeld, die u in staat stelt van bepaalde ervaringen meer te profiteren dan van andere. Aangezien u zich hiervan waarschijnlijk niet bewust bent, kan deze vragenlijst u helpen uw leervoorkeuren te ontdekken, zodat u in de toekomst beter in staat zult zijn leerervaringen te kiezen die bij uw stijl passen.
Deze vragenlijst is niet gebonden aan een tijdlimiet. U zult er waarschijnlijk 10 tot 15 minuten voor nodig hebben. De nauwkeurigheid van de uitkomst hangt af van de mate waarin u eerlijk kunt zijn. Neem bij de beantwoording van de vragen bij voorkeur werksituaties in gedachten. Geef aan hoe u in werkelijkheid handelt en denkt, en niet hoe u zich graag zou willen gedragen. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Als u zich kunt vinden in een uitspraak, zet dan een plusteken (+) voor de vraag. Als u zich niet kunt verenigen met de uitspraak, zet dan een minteken (-) voor de vraag. Zorg dat u geen enkele vraag overslaat.
Indien u zichzelf herkent in een uitspraak, zet dan een '+' voor die uitspraak.
( ) 1. Ik heb uitgesproken ideeën over wat goed of fout is.
( ) 2. Ik ben vaak roekeloos.
( ) 3. Ik los problemen het liefst stap voor stap op, zonder mijn fantasie de vrije loop te laten.
( ) 4. Ik vind dat formaliteiten mensen beknotten.
( ) 5. Ik heb de reputatie een directe, no-nonsense stijl te hebben.
( ) 6. Ik vind acties gebaseerd op intuïtie vaak even goed als acties gebaseerd op zorgvuldig overwegen en analyseren.
( ) 7. Ik houd van werk waarbij ik de tijd heb om alles uit te pluizen.
( ) 8. Ik vraag mensen regelmatig naar hun uitgangspunten.
( ) 9. Het belangrijkste is hoe iets in de praktijk uitwerkt.
( ) 10. Ik ga actief op zoek naar nieuwe ervaringen.
( ) 11. Als ik iets hoor van een nieuw idee of een nieuwe benadering, begin ik meteen de toepassing in de praktijk uit te werken.
( ) 12. Ik hecht veel belang aan zelfdiscipline zoals dieet houden, regelmatige lichaamsbeweging, vasthouden aan een bepaalde routine, etc.
( ) 13. Ik stel er eer in iets grondig te doen.
( ) 14. Ik kan het 't beste vinden met logische, analytische mensen en minder goed met spontane, 'irrationele' mensen.
( ) 15. Ik ga zorgvuldig te werk bij de interpretatie van beschikbare informatie en hoed me voor overhaaste conclusies.
( ) 16. Het liefst neem ik een beslissing na zorgvuldige overweging van vele alternatieven.
( ) 17. Ik voel me meer aangetrokken tot nieuwe, ongewone ideeën dan tot praktische ideeën.
( ) 18. Ik houd niet van iets dat niet af is en pas het liefst alles in een samenhangend patroon.
( ) 19. Ik accepteer en houd me aan vastgestelde procedures zolang ik ze efficiënt vind om een doel te bereiken.
( ) 20. Ik breng mijn acties graag in verband met een algemeen principe.
( ) 21. In discussies kom ik graag meteen terzake.
( ) 22. Ik ben geneigd een zekere afstand te bewaren tot mijn collega's.
( ) 23. Ik vind het een enorme uitdaging iets nieuws en anders aan te pakken.
( ) 24. Ik houd van geestige, spontane mensen.
( ) 25. Ik verdiep me in alle details voor ik een conclusie trek.
( ) 26. Ik vind het moeilijk om te komen met wilde, spontaan opkomende ideeën.
( ) 27. Ik verspil niet graag tijd door om de hete brij heen te draaien.
( ) 28. Ik pas ervoor op overhaaste conclusies te trekken.
( ) 29. Ik heb graag zo veel mogelijk bronnen van informatie: hoe meer gegevens om over na te denken, hoe liever.
( ) 30. Oppervlakkige mensen die alles niet zo serieus nemen, irriteren me vaak.
( ) 31. Ik luister eerst naar anderen voor ik mijn mening geef.
( ) 32.Ik laat meestal duidelijk merken hoe ik over iets denk.
( ) 33.Ik vind het leuk om andere mensen bezig te zien in een discussie.
( ) 34. Ik reageer liever spontaan en flexibel op gebeurtenissen dan alles van tevoren te plannen.
( ) 35. Ik voel me nogal aangetrokken tot technieken zoals netwerkanalyses, stromingsdiagrammen, vertakkingsprogramma's, 'onvoorzien' planning, etcetera.
( ) 36. Ik vind het vervelend als ik werk moet afraffelen om een tijdlimiet te halen.
( ) 37. Ik beoordeel ideeën op hun praktische waarde.
( ) 38. Rustige, bedachtzame mensen bezorgen mij vaak een onbehaaglijk gevoel.
( ) 39. Mensen die zich hals over kop ergens instorten ergeren mij vaak.
( ) 40. Het is belangrijker om van het heden te genieten dan na te denken over het verleden of de toekomst.
( ) 41. Volgens mij zijn beslissingen die zijn gebaseerd op een grondige analyse van alle informatie beter dan beslissingen die zijn gebaseerd op intuïtie.
( ) 42. Ik neig tot perfectionisme.
( ) 43. In discussies draag ik vaak ideeën aan die me ineens te binnen schieten.
( ) 44. In besprekingen kom ik met praktische, realistische ideeën.
( ) 45. Regels zijn er vaak om overtreden te worden.
( ) 46. Ik neem het liefst afstand van een situatie en bekijk de dingen van alle kanten.
( ) 47. Ik zie vaak de zwakke punten en inconsequenties in de argumenten die anderen aanvoeren.
( ) 48. Over het algemeen praat ik meer dan dat ik luister.
( ) 49. Ik zie vaak betere, meer praktische manieren om iets gedaan te krijgen.
( ) 50. Geschreven rapporten moeten volgens mij kort en bondig zijn.
( ) 51. Ik vind dat rationeel, logisch denken de overhand moet hebben.
( ) 52. Ik weeg zoveel mogelijk alle voor- en nadelen tegen elkaar af alvorens een besluit te nemen.
( ) 53. Ik houd van mensen die met beide benen stevig op de grond staan.
( ) 54. Als mensen met irrelevante dingen komen in discussies en afdwalen, word ik ongeduldig.
( ) 55. Als ik een rapport moet schrijven maak ik meestal eerst een aantal concepten vóór ik de definitieve versie schrijf.
( ) 56. Ik probeer graag dingen uit om te zien of ze werken in de praktijk.
( ) 57. Ik vind het belangrijk oplossingen te vinden via een logische benadering.
( ) 58. Ik vind het leuk de grote prater te zijn.
( ) 59. In gesprekken vind ik vaak dat ik de realist ben, die zorgt dat niemand afdwaalt en zich verliest in rozige speculaties.
( ) 60. Ik overweeg graag vele alternatieven voordat ik een besluit neem.
( ) 61. In gesprekken met mensen vind ik mezelf vaak de meest nuchtere en objectieve.
( ) 62. In discussies blijf ik liever op de achtergrond dan dat ik de leiding neem en het hoogste woord voer.
( ) 63. Ik vind het fijn lopende zaken te zien in een wijder perspectief, op langere termijn.
( ) 64. Als er iets mis gat, schud ik het van me af en beschouw ik het als een extra ervaring.
( ) 65. Ik verwerp wilde, spontane ideeën meestal als onpraktisch.
( ) 66. Ik denk altijd: 'Bezint, eer ge begint'.
( ) 67. Over het algemeen luister ik meer dan ik praat.
( ) 68. Ik ben vaak hard tegen mensen die moeite hebben om problemen logisch te benaderen.
( ) 69. Meestal vind ik dat het doel de middelen heiligt.
( ) 70. Ik geef er niets om anderen te kwetsen als het werk maar wordt gedaan.
( ) 71. De formaliteit van specifieke doelstellingen en plannen benauwt me.
( ) 72. Meestal ben ik de 'spil' van een gezelschap.
( ) 73. Ik doe alles wat nodig is om iets gedaan te krijgen.
( ) 74. Methodisch, gedetailleerd werk verveelt me snel.
( ) 75. Ik onderzoek graag de uitgangspunten, principes en theorieën die ten grondslag liggen aan zaken of gebeurtenissen.
( ) 76. Ik wil er altijd graag achter komen wat andere mensen denken.
( ) 77. Ik heb graag dat vergaderingen ordelijk verlopen, dat er niet wordt afgeweken van de agenda.
( ) 78. Ik laat me niet in met subjectieve of omstreden onderwerpen.
( ) 79. Ik geniet van drama en opwinding in een crisissituatie.
( ) 80. Anderen vinden vaak dat ik geen begrip kan opbrengen voor hun gevoelens.
Score vragenlijst Leerstijlen
Omcirkel in onderstaande lijst de vragen die u met (+) hebt beantwoord.
U scoort een punt voor iedere vraag die u met een "+" hebt beantwoord. U krijgt geen punten voor vragen die u met een "-" hebt beantwoord.
(Totaal aantal ‘+’ -en.)
.......... |
.......... |
........... |
........... |
A. Denken |
B. Plannen |
C. Doen/voe len |
D. Waarne-men |
Doelen stellen |
Organise ren |
Uitvoeren |
Bijsturen |
Zet de totaalscores uit op de armen van het kruis, dat u hierna aantreft en verbindt de punten met een getrokken lijn.
Grafische weergave van Leerstijlen
Onderstaand is een aantal voorbeelden gegeven van uitgesproken profielen.
Vergelijk bovenstaande uitkomst met deze profielen. Met welk profiel komt uw profiel het meest overeen?
(Hier uw bevinding vermelden)....................................................................................................
(W=Waarnemen; D=Denken; O=Organiseren/plannen; V=Voelen/doen)