Fractal Research/Products

Inkjet technologie

for more information e-mail: Jules Ruis


Back to the Index of Fractal Research



Cursor TU/e d.d. 1 juli 2005

Antennes en huid uit de inkjetprinter


Het snerpende geluid van de dot matrixprinter is alweer een paar jaar uitgestorven. De inkjetprinter heeft zijn plek ingenomen: geruisloos, snel en in staat om zeer scherpe plaatjes te maken. Maar inkjettechnologie belooft meer: het printen van RFID-antennes (Radio Frequency IDentification) of een stuk huid behoort tot de moglijkheden.

Het uitprinten van huid en organen is nog toekomstmuziek, zegt dr. Berend-Jan de Gans van de faculteit Scheikundige Technologie, maar het is een lonkend perspectief dat de inkjettechnologie ons biedt. De Gans organiseert voor het Dutch Polymer Institute (DPI) de tweede editie van de International Workshop on Ink-jet Printing of Functional Polymers and Materials (www.combimat.org), die vandaag afloopt. “Inkjet kennen we natuurlijk van het printen van documenten en foto’s. Het is in feite een techniek om kleine druppeltjes te drukken, dus ook geschikt voor bijvoorbeeld het aanbrengen van heel weinig smeerolie op heel kleine micromechanische onderdelen”, zegt De Gans. “De techniek heeft een grote vlucht genomen toen er geleidende polymeren kwamen die, door ze pixel voor pixel te printen met inkjettechnologie, geschikt zijn voor toepassingen in beeldschermen. Deze polyLEDs zijn technisch veel ongecompliceerder dan LCD’s, die aangelicht moeten worden door een externe lichtbron. PolyLEDs zenden zelf al licht uit, wat de zichtbaarheid van het scherm verbetert. De kijkhoek is dan ook veel groter dan die van een LCD-scherm; het geeft een duidelijk beeld vanuit alle hoeken.”

De Gans’ specialiteit ligt op het vlak van de zogeheten combinatoriële toepassingen. “Om grote aantallen substanties ‘high-throughput’ te kunnen karakteriseren -bijvoorbeeld in de biotechnologie of in de materiaalwetenschappen- heb je behoefte aan een apparaat waarmee je snel meerdere filmpjes van materialen naast elkaar op een oppervlak kunt maken. Een paar jaar geleden zijn we begonnen met filmvorming van polymeren, waarbij we ook kijken naar de stromingseigenschappen. Je ziet rare effecten optreden als je een polymeeroplossing gaat printen. Bij een gewone inkjetprinter schiet het druppeltje uit de printkop. Als je polymeren toevoegt, blijft de druppel verbonden aan de printkop, zeker als ze een hoog moleculair gewicht hebben. Het lijkt dan alsof ze aan een elastiekje zitten en dat is natuurlijk een probleem. Je wilt dus weten welke polymeren je kunt printen. Hoe lang mogen de ketens zijn? Daarnaast kijken we naar het printen van zilveren nanodeeltjes voor het maken van geleidende banen. Dat kan goedkoop en snel met inkjettechnologie.”

Inkjettechnologie wordt steeds verfijnder

De Gans: “De druppelgrootte wordt steeds kleiner. De nieuwste fotoprinters van Epson schieten druppeltjes van tien micrometer, en dat wordt ieder jaar kleiner. De druppelgrootte halveert elke vier jaar, enigszins vergelijkbaar met Moore’s Law. Voor allerlei toepassingen waarvoor op dit moment lithografie wordt gebruikt, is inkjet nu nog niet geschikt, maar ik ga ervan uit dat binnen enkele jaren een resolutie van één micrometer haalbaar moet zijn. Je kunt inkjet dan gebruiken voor toepassingen waarbij productiesnelheid en prijs belangrijker zijn dan miniaturisering, zoals de RFID. Met inkjet kun je een miniatuurantenne printen die aan een chipje wordt verbonden, zodat je die als RFID-tag op een goederenzending kunt plakken en kunt achterhalen waar het pakket zich bevindt. Nu is dat nog te duur, maar met inkjet zal dit economisch haalbaar worden”.

Tissue engineering

Binnen het vakgebied van de tissue engineering biedt inkjet ook perspectieven. “Recentelijk is ontdekt dat cellen geprint kunnen worden met inkjettechniek, ondanks de grote krachten die ze ondervinden binnen het jetten. In Manchester is men bezig met spectaculair onderzoek. Omdat je cellen op een willekeurige manier kunt printen, zou je ook kunnen denken aan een stuk huid voor een brandwond. Je scant de verwonding in en print een stuk huid van precies de goede afmetingen. Er zijn ook mensen die zeggen dat je door het printen van laagjes cellen in feite een orgaan kunt opbouwen. Je moet dan natuurlijk wel de juiste celsoorten hebben, maar het printen van 3D-objecten is niet nieuw. Bij TNO print men een polymeeroplossing op een laagje keramisch poeder, wat laag na laag een 3-dimensionaal object oplevert. Die techniek is zeer geschikt om snel een prototype te kunnen maken. Voor organen zou je dat ook kunnen toepassen, alleen werk je dan niet meer met keramische poeders en metaal, maar met cellen.”

 

 

To the top of this page