Dat zei prof. M. de Vaan van het bureau Berenschot gisteren in Thorn bij de presentatie van het rapport Strategie Maakindustrie Zuid-Nederland. In het rapport wordt de verdwijning van relatief eenvoudige productiebedrijven naar lagelonenlanden geanalyseerd.

Van de 145.000 banen in de maakindustrie in Brabant en Limburg zijn er 102.000 die moeten concurreren met het buitenland. Het grootste deel hiervan zal het vanwege de veel lagere loonkosten daar niet kunnen bolwerken.
In een toelichting door de samenstellers van het rapport, dat in opdracht van de ontwikkelingsmaatschappijen in Brabant (BOM) en Limburg (Liof) is gemaakt, zei De Vaan haast te hebben om het tij te keren. 'We hebben niet meer dan vijf jaar om de maakindustrie grondig te vernieuwen. Als dat niet lukt, zal in dat tijdsbestek de industrie zodanig afkalven dat het technologische draagvlak voor een verdere ontwikkeling verdwijnt.'
Bij die vernieuwing kan een deel van de bedrijven waar nu werk wordt gedaan dat eigenlijk goedkoper in het buitenland mogelijk is, worden gered. De Vaan: 'Dan moeten ze zo veranderen dat in de producten verschillende technieken worden gecombineerd. Bijvoorbeeld door er embedded software (zelfdenkende chips red.) in te verwerken. In het integreren van diverse soorten kennis is deze regio goed. Dat doen ze in de lagelonenlanden niet na.'
Bedrijven waarin een dergelijke vernieuwing niet mogelijk is, beschouwen de onderzoekers als verloren voor de regio. Volgens De Vaan moeten de bedrijven in de regio de krachten bundelen, zodat ze wereldwijd een goede naam krijgen.

------------------------------------------------------------------------------

Gelezen in het Eindhovens Dagblad van 27 november 2003

-------------------------------------------------------------------------------