Bij de start van 900 jaar Hertogdom Brabant
in mei werd vooral teruggekeken op het ontstaan van het hertogdom.
In september organiseert de provincie Brabant grootse activiteiten
en zal Den Bosch in het teken staan van de viering. Een feestje is
nooit weg. Maar toch wil Lambert van Nistelrooij een ander accent
leggen.
In de vaderlandse geschiedenis is de Gouden Eeuw de zestiende/zeventiende
eeuw; dan bedoelt men de Hollandse geschiedenis. Als men kijkt naar
de geschiedenis van het Hertogdom Brabant dan is snel duidelijk dat
de vijftiende eeuw de Gouden Eeuw is. In 1406 komt het hertogdom onder
de Bourgondische invloedsfeer en dat uit zich in rijke architectuur
zoals in Nederlands Brabant de Sint Jan in Den Bosch, het kasteel
van Breda (nu KMA) en het Markiezenhof in Bergen op Zoom. Aan de andere
kant van de huidige grens ontstaan belangrijke bouwwerken in Leuven,
Brussel, Antwerpen en Turnhout. Dat heeft een aanzuigende werking
op kunstenaars. In hedendaags Nederlands: op de
creatieve industrie.
De gebouwen en de typisch Brabantse steden zijn gebleven en worden
gekoesterd. De hedendaagse creatieve industrie is individueler en
onzichtbaarder geworden. En dat terwijl samenwerking tussen bezitters
van monumentale architectuur aan de ene kant en beoefenaars van creatieve
industrie anderzijds versterkend kan werken. Deze koppeling weet men
in andere Europese regio's beter te benutten: cultuurhistorie en moderniteit
blijken wonderwel samen te gaan en een bron van inspiratie te zijn.
Juist in deze koppeling ligt een kans voor een nieuwe Gouden Eeuw
voor het oude hertogdom.
Monumentenbezitters zien vaak de kosten die een monument met zich
meebrengen. Monumenten hebben echter ook economische meerwaarde. Op
een zonnige zondag is in Heusden geen lege terrasstoel meer te vinden.
De Brabantse Kastelendag op tweede pinksterdag trekt ook steeds meer
bezoekers.
Cultuurhistorie leeft als nooit tevoren en er zijn steeds meer mogelijkheden
om die beleving economisch uit te buiten. Trouwlocaties als Kasteel
Henckenshage in Sint-Oedenrode of Maurick in Vught moeten vaak al
meer dan een jaar van te voren gereserveerd worden. Culturele voorzieningen,
waaronder monumentaal erfgoed, maken een regio aantrekkelijker en
functioneren als een magneet voor economische activiteiten.
Het Innovatieplatform onder leiding van premier Balkenende heeft
de creatieve industrie aangewezen als innovatieve en economische trekker.
Tussen 1996 en 2004 is het aantal banen in de creatieve industrie
met 34 procent gestegen tot zo'n 240.000 banen. Tot de creatieve industrie
worden over het algemeen kunst, muziek, dans, theater, culturele evenementen,
film, radio, televisie, journalistiek, literatuur, vormgeving, nieuwe
media, architectuur en reclame gerekend, maar ook games.
Bedrijven als Philips weten als geen ander hoezeer vormgeving een
factor is voor commercieel succes. Het Innovatieplatform vermeldt
de Brabantse creatieve industrie als één van de groeisectoren
in onze regio. Het kabinet heeft op advies van het Innovatieplatform
er 15 miljoen euro voor uitgetrokken. 8 miljoen euro is dit jaar beschikbaar
voor projectvoorstellen om de verbindingen tussen economie en cultuur
te stimuleren. Regelingen van het ministerie van Economische Zaken
worden beter afgestemd op creatieve starters en het creatieve midden-
en kleinbedrijf waardoor deze gemakkelijker krediet kunnen krijgen.
Hiervoor is 3,2 miljoen beschikbaar.
De creatieve industrie kan zowel in
Vlaanderen als in Brabant en Limburg een sleutelrol gaan vervullen.
TNO heeft die mogelijkheden voor het stedennetwerk Maastricht, Heerlen
en Sittard-Geleen onderzocht. Evenals de steden Eindhoven, Den Bosch,
Tilburg en Breda vormen zij een concentratiegebied van creatieve industrie.
De ambitie van de creatieve industrie reikt over de grenzen heen.
Leuven, Hasselt, Tongeren zijn hier centra bij uitstek.
Samenwerking in Europa (en dus ook in het voormalige hertogdom) op
cultureel gebied heeft een meerwaarde. Maar dan moet de creatieve
industrie - dat geldt voor zowel starters, gesettelde bedrijven alsook
voor leerlingen van kunstopleidingen - weten waar de kansen liggen.
De Nederlandse regering heeft met name geld uitgetrokken voor het
opzetten van platforms. De huidige prioriteiten van de Europese Unie
zijn weergegeven in het Werkplan Cultuur 2005-2006. Daarin staat onder
meer dat kunstenaars gelegenheid moeten krijgen om zich te bewegen
en te ontplooien in de artistieke Europese ruimte. In het plan wordt
nadruk gelegd op het belang van mobiliteit van personen en het wegnemen
van sociale en fiscale belemmeringen. Grenzen tussen Nederland en
België zouden dus geen belemmering meer moeten opleveren als
het gaat om samenwerken en creatieve industrie over de landsgrenzen
heen.
Voor het Europese programma Cultuur 2000, dat loopt tot en met 2006,
is 236,5 miljoen euro beschikbaar. In 2005 is 217 keer een beroep
gedaan op financiële ondersteuning bij culturele initiatieven.
Slechts in zes gevallen betreft het een Nederlands verzoek. Het wordt
hoog tijd hierin verandering te brengen.
In mei werd in Leuven opgeroepen de handen weer ineen te slaan. Uitwerking
bleef nog uit. Daarom organiseer ik begin 2007 in het Europees Parlement
een tentoonstelling over creatieve industrie in de Brabantse regio.
Een mooi moment voor een klein feestje, maar vooral om te laten zien
hoe de Brabantse cultuur in een combinatie van oud en nieuw lééft.
Ambitieus, maar niet onmogelijk. Heeft ook u ideeën om mee te
werken aan de nieuwe identiteit voor het aloude Hertogdom Brabant,
dat niet alleen zijn sporen heeft nagelaten, maar ook een bijzonder
perspectief in zich draagt?
------------------------------------------------------------------
Gelezen in het Eindhovens Dagblad van 26 augustus 2006
------------------------------------------------------------------------------