DEN HAAG – 23 juni 2006
Zuidoost-Nederland moet in 2010 een Europese topregio zijn op gebied
van innovatie en ondernemerschap. Klinkt mooi, maar wat betekent dat
voor Zuidoost-Brabant en Limburg, die samen deze regio vormen? Het
antwoord van de Brabantse gedeputeerde Onno Hoes (VVD, Economie) is
glashelder.
Over vier jaar telt Zuidoost-Nederland tien top-kennisinstellingen,
honderd top-bedrijven van internationale allure, duizend MKB-bedrijven
die ’basis en cement’ vormen voor de regionale kenniseconomie
en bovenal: tienduizend nieuwe banen voor hoogwaardige kenniswerkers
en maar liefst honderdduizend nieuwe en structurele arbeidsplaatsen
die samenhangen met de kennisindustrie. Onderwijs, overheid en bedrijfsleven
werken voortaan nauw samen bij de ontwikkeling van de regionale economie.
In de woorden van Harry Hendriks, directeur Philips Nederland: „Van
kennis naar kunde naar kassa“.
Vertegenwoordigers van Brabantse en Limburgse deelnemers aan deze
operatie kwamen gisteren naar Den Haag om staatssecretaris Van Gennip
(CDA, Economische Zaken) het werkprogramma onder de titel ’Uitzicht
op de top’ aan te bieden. In de delegatie onder anderen de Eindhovense
burgemeester Alexander Sakkers, de Limburgse gedeputeerde Martin Eurlings
en de directeuren van Philips Nederland en DSM, Harry Henriks en Frans
Pistorius, de twee grootste werkgevers in de regio.
TU/e
Rector Jo Ritzen van de Universiteit van Maastricht en Armandus Lundqvist,
de voorzitter van het CvB van de TU Eindhoven, moesten verstek laten
gaan. Maar deze twee universiteiten zijn nadrukkelijk betrokken bij
de uitvoering van het ambitieuze kennisproject dat aansluit op de
nieuwe aanpak van regionale economische ontwikkeling die het kabinet
in 2004 in gang heeft gezet onder de titel ’Pieken in de Delta’.
Voortaan gaat geld en aandacht niet langer uit naar het versterken
van zwakke economische regio’s, maar naar het verder uitbouwen
van de economische kracht van de vier regio’s die nu al voor
lopen op de rest van Nederland. Dat zijn, naast Zuidoost-Nederland,
de noordelijke en zuidelijke Randstad en oost-Nederland.
Voor het uitvoeren van dit programma trekt het kabinet 271 miljoen
euro uit tot 2010. Voor Zuidoost-Nederland is 100 miljoen beschikbaar,
afkomstig van het Rijk, de twee provincies en gemeenten. Gedeputeerde
Hoes verwacht dat het bedrijfsleven minimaal hetzelfde bedrag zal
bijleggen.
Ambities
De ambities van Zuidoost-Nederland lijken fors, maar volgens Hoes
is er geen sprake van overschatting. Hij wijst erop dat Zuidoost-Brabant
op Europese schaal nu al de vierde plaats inneemt op het ‘European
Innovation Scoreboard’, na Stockholm, Helsinki en München.
Bepalend voor de plaats op deze ranglijst zijn onder meer het opleidingsniveau
van de inwoners, de productiviteit, het aantal patenten, de werkgelegenheid
en uitgaven op gebied van onderzoek en ontwikkeling.
-----------------------------------------------------------------------------
Gelezen in het Eindhovens
Dagblad van vrijdag 23 juni 2006
-----------------------------------------------------------------------------