BBM

Fractale Ondernemingen  

   

Back to the Index of BBM




Fractale Ondernemingen;

Organisaties van het Derde Millennium

Bron: 'De symbiotische mens' van Joël de Rosnay; bewerkt door Jules Ruis.

Om het ontstaan van interactieve, symbiotische samenlevingen en toekomstige ondernemingen voor te bereiden, zijn nieuwe organisaties en bestuursvormen nodig die door 'managers van de complexiteit', politici en bedrijfsleiders gezamenlijk worden ontwikkeld. Aangezien het om beleidsmatige, katalytische en communicatieve kennis en vaardigheden voor versnelde ontwikkelingen gaat, is een 'macroscopische' zienswijze van de industrie, ondernemingen en hun producten noodzakelijk.

1. Ondernemingen en organisaties van de toekomst

De industrie is een macromachine. Zij levert de noodzakelijke goederen en diensten aan menselijke samenlevingen en brengt de wereld van morgen voort. Ondernemingen in de ruimste zin van het woord staan voor een ingrijpende verandering: de overgang van het tijdperk van massaproductie en markteconomie naar het tijdperk van kennisondernemingen die op informatie en communicatie berusten. Dit is een ingrijpende, paradigmatische overgang die alle aspecten van hun functioneren zal beïnvloeden.

De overgang van landbouw naar industrie trok een grote migrantenstroom van arbeidskrachten naar de steden toe. De overgang van fabrieksarbeid naar dienstverlening heeft tot een toename van 'witte boorden' geleid. De informatisering van de samenleving haalt opnieuw alles overhoop door de productiviteit en de efficiëntie van menselijke hersenen in nog nooit eerder vertoonde proporties te laten toenemen, wat een ingrijpende aanpassing van de economie en de werkgelegenheid noodzakelijk maakt. De eerste overgangsfase duurde duizenden jaren, de tweede drie eeuwen en de derde speelt zich binnen enkele decennia af. Binnen deze tijd -minder dan een generatie -moeten wij de industrie van morgen opbouwen om de vitale functies te waarborgen van het 'planetaire superorganisme' dat bezig is te ontstaan. Daarom is het nodig om mogelijke toekomstige organisatievormen te beschouwen

De structuur van de traditionele onderneming die op de kennis en ervaring van de negentiende eeuw is gebaseerd, is centralistisch, hiërarchisch, getayloriseerd en gespecialiseerd. Die van de onderneming van de eenentwintigste eeuw zal gedecentraliseerd, flexibel, mobiel en licht moeten zijn. Zij moet niet alleen produceren, distribueren en rijkdom creëren, maar vooral ook anticiperen en zich aanpassen. De traditionele onderneming doet denken aan een horloge met tandraderen en een mechaniek. De toekomstige onderneming lijkt eerder op een biologische cel die in een netwerk is verbonden met een geïntegreerd organisme.

'Symbionomie' definieren we als de leer van de evolutie van met elkaar levende, wederzijds afhankelijke, organismen naar een steeds hogere graad van complexiteit en een vergroting van de organisatie, die zich uitstrekt tot het geheel van de materie, het leven, de mens en samenlevingen. Vanuit het symbionomische gezichtspunt, is de onderneming een evoluerend superorganisme dat met een levend systeem kan worden vergeleken. Het is zowel een biologisch als kunstmatig, menselijk als mechanisch, hybride systeem dat zich, aan de hand van pressies, binnen zijn eigen ruimte ontwikkelt. Zijn functioneren berust op symbioses die op verschillende niveaus tussen mensen, machines en andere organisaties tot stand komen. Dankzij deze structuur functioneert de onderneming als een transformator, een katalysator en een versterker. Zij transformeert financiële, energetische, materiele en informatieve stromen in goederen en diensten met een hogere meerwaarde, en in nieuwe financiele stromen. Zij katalyseert productie-, uitwisselings- en distributieprocessen. Zij versterkt het menselijke handelen en vergroot de vermogens door haar hiërarchische structuur, de verdeling van taken en de communicatie tussen verschillende niveaus van activiteit. Zo kan de mens die op symbiotische wijze met het macro-organisme van de 'onderneming' is verbonden, energie, tijd, informatie en financiele hulpmiddelen in handelingen, knowhow en meerwaarde omzetten.

Er zijn vier hoofdredenen die het noodzakelijk maken dat ondernemingen een nieuwe organisatievorm krijgen.

De eerste reden betreft de rechtlijnigheid van traditionele methoden. Onze organisaties zijn nog altijd grotendeels hiërarchisch en sequentieel gestructureerd. De orders komen van boven, de werkzaamheden worden in sequenties uitgevoerd, vooral in de zware industrie. Met name in de informatie- en communicatie-industrieën worden taken al veel vaker gelijktijdig uitgevoerd, maar het sequentiële denken blijft diep ingeworteld. Dat houdt ongetwijfeld verband met het feit dat wij veel moeite hebben om in parallellen of in circulaire causaliteiten te denken. Ons denken en zelfs onze manier van communiceren zijn sequentieel en lineair. Talrijke processen in de natuur vinden echter plaats via parallel werkende processors. Wij zien dit verschijnsel bij een mierenhoop of bij een biologische ontwikkeling waar informatie met behulp van talrijke zelfstandige actoren wordt bewerkt. De sequentiële, lineaire benadering is niet afgestemd op de complexiteit van situaties en de snelheid van ontwikkelingen.

De tweede reden: de noodzaak dat structuren snel worden aangepast. Elke diepgaande verandering van organisaties wordt tegengehouden door hun complexiteit. Traagheid en conservatisme (homeostase) verzetten zich sterk tegen iedere wijziging van structuren of functies. Omdat onderdelen op verschillende niveaus met elkaar zijn vervlochten, heeft elke verandering van een deel of radertje noodzakelijkerwijs een reorganisatie van het geheel ten gevolge, hetgeen veel energie, tijd en informatie kost. Om deze reden geven de meeste organisaties eerder de voorkeur aan regelmatige groei dan aan abrupte verandering. Zij fuseren, gaan in elkaar op, maar hebben veel moeite zich te reorganiseren.

De derde reden houdt verband met het ontwikkelen van menselijke hulpbronnen. Mensen die in een onderneming werken, vragen andere vormen van beloning en participatie dan alleen salaris: waardering, motivatie, medezeggenschap, winstdeling, opwaardering van taken en het verder ontwikkelen van menselijke hulpbronnen. Dat impliceert ook andere organisatievormen.

De vierde reden komt voort uit een toenadering van drie gebieden die eerder gescheiden waren: de mechanica, de biologie en de informatica. Zij vertegenwoordigen drie aanvullende opvattingen over de ondernemingen van de toekomst, tussenfases van de co-evolutie tussen mens, machine en omgeving. Voortaan komen zij op een gemeenschappelijke benadering uit: een configuratie in netwerken die kenmerkend zijn voor de biologie en de informatica. Ondernemingen kunnen zich niet meer losmaken van de netwerken waardoor zij worden gevoed. Evenals een geïsoleerd levend organisme niet kan overleven, moeten moderne ondernemingen voortdurend zijn aangesloten op financiële, informatieve of distributieve netwerken. In de toekomst zal deze vitale verbinding nog worden versterkt, waardoor het karakter, de structuur en de functies van ondernemingen ingrijpend zullen veranderen.

Met behulp van omvormingen proberen ondernemingen op deze nieuwe behoeften, uitdagingen en pressies te reageren. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen drie organisatievormen die elk een bepaald soort aanpassing aan hun omgeving vertegenwoordigen.

Het mechanische model dat aan de fysica is ontleend, leidt tot een piramidale organisatie en een hiërarchische commandostructuur. Het tayloristische functioneren berust op een specialisatie van taken. De organisatie wordt volgens de lineaire tijd gereguleerd. De bestuursvorm is lineaire planning en kwantitatieve controle.

Het biologische model dat recenter is, bevordert een netvormige organisatie. Deze bestuursvorm is eerder sturing dan rechtstreekse bevelen of een gedetailleerde planning van taken. De referentietijd is niet lineair; deze tijd dijt uit of trekt samen overeenkomstig de levensfases van de onderneming: perioden van versterkte activiteit of van hernieuwde stabilisatie.

Het chaotische model is aangepast aan de complexiteit van zijn omgeving. Het is fractaal georganiseerd (onderverdeeld in een aantal zelfstandige eenheden), terwijl de bestuursvorm katalytisch is (waardoor de voorwaarden voor effectief handelen worden geschapen). De organisatie berust op een netwerk van nauw verbonden actoren die volgens bepaalde doelstellingen en algemene regels gelijktijdig specifieke taken uitvoeren. Als tegenprestatie (terugkoppeling) krijgen zij informatie via een snelle waarneming van de gevolgen van hun handelingen op de omgeving (producten, markten en reacties van klanten). De onderneming functioneert in 'real time'.

De volgende tabel vat de drie organisatievormen samen:

Model

Organisatie

Bestuursvorm

Commando-structuur

mechanisch

piramidaal

planning

hiërarchisch

biologisch

netvormig

sturing

interactief

chaotisch

fractaal

katalyse

autonoom

De huidige pogingen van ondernemingen om zich om te vormen, zijn gebaseerd op een heraanpassing van structuren, functies en processen aan de nieuwe uitdagingen die ontstaan door de overgang tussen de mechanische, biologische en chaotische paradigma's.

2. De intelligente onderneming, een virtuele onderneming

In de meeste ondernemingen bestaat evenwicht tussen de drie genoemde organisatievormen. Sommige grote internationale concerns zijn piramidaal, meercellig en netvormig georganiseerd. Hybride ondernemingen tussen het mechanische en biologische model zijn echter het beste aangepast om in de wereld van netwerken te leven en te gedijen, met het oog op de pressies door complexiteit en versnelling. Op sommige gebieden (zoals de communicatie, de informatica en de telecommunicatie) zullen biologische en chaotische modellen overheersen.

In het tijdperk van de netwerken zullen hybride, intelligente ondernemingen de meeste overlevings- en ontwikkelingskansen hebben. Een intelligent individu kan goed abstraheren, goed naar waarde rangschikken en goed problemen oplossen. Hij kan zowel logisch, deductief als inductief redeneren. Hij denkt in samenhangen, antwoordt snel en corrigeert zijn fouten. Hij kan zich aan verschillende situaties aanpassen en geeft blijk van een onbekrompen, open geest. Een intelligente onderneming bezit eveneens een aantal van deze eigenschappen die in haar algemene gedrag tot uiting komen: snelheid van handelen, aanpassingsvermogen aan veranderde situaties, flexibiliteit, relationele vaardigheden, dynamiek, intuïtie, openheid, fantasie en vernieuwing. Daarentegen is een, laten wij zeggen 'logge', onderneming traag, zwaar, defensief, te veel op zekerheid gesteld en onbeholpen. Zij biedt geen visie of totaalplan, heeft geen fantasie en mist innovatieve vermogens.

Als de intelligentie van een onderneming gedeeltelijk op een verstandig gebruik van informatie en de circulatiesnelheid ervan is gebaseerd, zal men het belang van zintuiglijke systemen begrijpen die de onderneming waarschuwen voor, en informeren over veranderingen, vernieuwingen of ontwikkelingen die in haar omgeving plaatsvinden. Een zintuiglijke onderneming kan zich uitrusten met netwerken voor het verzamelen en evalueren van informatie over nieuwe technologieën, de concurrentie en marktontwikkelingen. Zij kan een krachtig technologisch, concurrerend bewakingssysteem opzetten en in werking stellen.

In het tijdperk van netwerken en gedecentraliseerde dataverwerking zal de intelligentie van ondernemingen echter een nieuwe, beslissende fase ingaan. Deze intel1igentie zal in de structuur van de organisatie worden geïntegreerd. De gedecentraliseerde dataverwerking zal in zekere zin 'de muren' en al1e gangbare voorwerpen binnendringen met behulp van verkleinde en alomtegenwoordige computers, communicatiebedieningspanelen, beeldschermen en met elkaar in verbinding staande badges waarmee werkgroepen intel1igente, onderlinge koppelingen kunnen vormen.

De techniek van de personal computer is er tot nu toe vooral op gericht geweest de vermogens van individuele hersenen te versterken. Voortaan zal deze zich ook richten op de toename van de col1ectieve intel1igentie van een organisatie, die als een superorganisme kan worden opgevat dat met gedecentraliseerde hersenen is uitgerust. Binnen het verbindingssysteem van kantoren waar macromachines informatie verwerken, zal de mens werkelijk een symbiotische relatie met zijn omgeving hebben. Hij wordt een zenuwcel van het superorganisme. Deze 'neurologie' die in ondernemingen zichtbaar wordt, zal een nieuwe vorm van ergonomie voortbrengen: de intel1ectuele of cognitieve ergonomie. Het gaat er niet zozeer om knoppen, handvatten, sturen, zitplaatsen of hendels aan het menselijk lichaam aan te passen, dan om het tot stand brengen van verbindingen van hersenen met transductors, sensoren en 'ubicomps' die de omgeving vullen. Deze intellectuele ergonomie zal het symbiotische karakter tussen de mens en de door hem gecreëerde werkomgeving nog sterker benadrukken.

De toenemende netvorming van de samenleving zal tot een toenemende decentralisering van sommige soorten industrie leiden. Een virtuele onderneming is niets anders dan een veelcellig intelligent netwerk waarvan de knooppunten tot een minimum van hun actieve en effectieve kritische massa zijn teruggebracht. Zijn locatie is over meerdere plaatsen verspreid. Elk van deze plaatsen vormt een cel die bestaat uit een klein aantal personen die specifieke taken vervullen en andere taken uitbesteden die hun middelen te boven gaan. De vaste onkosten worden teruggebracht door de decentralisatie in functionele modules. Sommige virtuele ondernemingen functioneren met slechts een honderdtal personen. Die zijn via netwerken verbonden met andere onafhankelijke ondernemingen en werken gedurende een bepaalde periode samen in het kader van bepaalde opdrachten (montage, boekhouding, reclame of marketing). Op deze wijze wordt hetzelfde werk verricht als bij ondernemingen die over duizenden werknemers beschikken en waarvan de bedrijvigheid door logge, hiërarchische structuren beperkt blijft.

De virtuele onderneming is symbiotisch. Haar partners werken in gemeenschappelijk belang nauw met haar samen, waardoor hun capaciteiten optimaal worden benut.

De eenvoudigste vorm van een virtuele onderneming is een individu dat met een intelligente logistiek, met hulpmiddelen voor zijn hersenen, is verbonden. De ter beschikking staande capaciteit van personal computers maakt een individu tot een micro-onderneming, tot een basiscel of basisknooppunt van een fijnmazig netwerk dat de hele wereld omspant. Een toenemend aantal mensen die tot de computergeneratie behoren geeft er de voorkeur aan de grote ondernemingen te verlaten en in de meest verschillende beroepen zelfstandig te worden. Een persoon met zijn logistiek komt overeen met een bedrijf met vijf of zes werknemers: tekstverwerking, documentenbeheer van kaartsystemen, communicatie, fax en elektronische postbussen, boekhouding, (audiovisuele en grafische) productie ( vooral op het gebied van design, uitgeverijwezen, binnenhuisarchitectuur), promotie, reclame en verkoop worden door de multifunctionele computer overgenomen. De ene keer werkt de computer als verbindingsapparaat en drukpers, de andere keer als machine om foto's af te drukken of cd-roms te produceren. Hij vervangt secretaresses, documentalisten, boekhouders, grafici en telefonistes. De concentratie en dichtheid van zulke processen en toepassingen zullen op sommige gebieden tot werkloosheid leiden, maar op andere gebieden juist tot werkgelegenheid. In een slecht voorbereide samenleving zal het problemen met het omschakelen en het scheppen van arbeidsplaatsen veroorzaken. Toch moet dit proces nadrukkelijk als een belangrijke overgangsfase naar het tijdperk van de netwerken worden gezien.

Kleine werkgroepen die door dataverwerking en telecommunicatie worden bijgestaan, zullen in nieuweleidinggevende dienstensectoren van het onderwijs, de communicatie, de consultatie en de futurologie een internationale invloed hebben die even belangrijk is als de vroegere invloed van sommige grote ondernemingen. Geïndividualiseerde dataverwerking en netwerken versterken de macht van het individu tegenover grote organisaties.

3. Netwerkonderzoek en fractale productie

Door de netvormige structuur, de gelijktijdigheid van processen en het chaotische gedrag van nieuwe organisaties worden de hoofdfuncties van symbiotische ondernemingen ingrijpend veranderd.

Om dit te verduidelijken, worden voorbeelden over onderzoek en productie gekozen.

Multinationale ondernemingen van de chemische of farmaceutische industrie waarin honderdduizenden mensen werkzaam zijn, hebben grote groepen onderzoekers in dienst. Deze groepen functioneren doorgaans volgens het traditionele, mechanische model dat hiërarchisch, lineair en sequentieel is. Projecten worden in het kader van voorgeschreven wegen uitgevoerd die aan naast elkaar liggende, maar losse, vezels van dradenbundels doen denken. Eerst moet een onderzoeksproject aan evaluatie en begeleidingscommissies worden voorgelegd. Wordt het project aangenomen, dan volgt een eerste toewijzing van financiële middelen, waarna het zijn weg binnen een afdeling of laboratorium af1egt tot de ontdekking, het octrooi en mogelijkerwijs de industriële toepassing volgt. Het rendement van dit systeem is echter laag, terwijl het onderhoud kostbaar is. De klassieke fases komen na elkaar: fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek, research and development, en industriële ontwikkeling; als een rivier die van de bron naar de riviermonding stroomt. De traditionele houding van onderzoek houdt overigens het beeld in stand dat onderzoek de 'bron' van industriële toepassingen is, dat het er de hoofdoorzaak van is.

Een dergelijke organisatie laat echter snel haar beperkingen blijken. Het is moeilijk voor generaals van zo'n onderzoeksleger om hun soldaten zodanig te laten communiceren dat een vruchtbare uitwisseling van ideeën wordt bevorderd. Fundamentele onderzoekers en toegepaste onderzoekers behoren niet tot dezelfde 'cultuur'. De bruggen tussen de voorgeschreven wegen zijn wisselvallig en ontstaan door toevallige ontmoetingen of het lezen van een artikel. Bovendien is het moeilijk om projecten te stoppen. Dit leidt onvermijdelijk tot dalende rendementen, omdat het voor nieuwe ideeën steeds moeilijker wordt om door te breken. Men moet de gehele besluitvormingshiërarchie doorlopen om ze geaccepteerd te krijgen. Het systeem beperkt zichzelf.

Er bestaat een andere weg, namelijk om werkgroepen als een netwerk van zenuwcellen te organiseren. Elke onderzoeker is via verschillende technische en menselijke middelen rechtstreeks met anderen verbonden. Het systeem functioneert door katalyse. Ideeën worden aan werkelijke problemen afgemeten en hiermee geconfronteerd. Fundamenteel en toegepast onderzoek coëxisteren binnen een meerdimensionale matrix. De onderzoeksruimte moet eerder als een bol worden voorgesteld dan als een bundel voorgeschreven wegen van naast elkaar liggende projecten.

Het volume ervan neemt toe met de nieuwe kennis van het fundamentele onderzoek. Deze ruimte bevat echter ook een hele reeks cirkels die verschillende vormen van knowhow voorstellen: databanken met experimentele en praktische kennis zijn zowel het kenniskapitaal van de onderneming als haar potentieel voor de toekomst. Als het netwerk met externe problemen wordt geconfronteerd (nieuwe markten, milieu), zal het zich reorganiseren door zijn verschillende knowhows opnieuw te combineren. Met andere woorden: het zal opnieuw worden geconstrueerd door zijn geheugen en ervaringen te benutten. Op deze wijze zal het starten van nieuwe projecten of het beëindigen van andere evenwichtiger verlopen. Het onderzoek naar leerprocessen, vooral bij het kind, laat zien dat de hersenen niet alleen door het vergaren van nieuwe kennis verder kunnen worden ontwikkeld. Zij moeten ook reeds verworven kennis beheren en organiseren. Een belangrijk deel van hun activiteit bestaat erin het verbindingssysteem van hun kennis te beheren. Een uit onderzoekers bestaand neuronaal netwerk dat in een symbiotische en communicatieve structuur is geïntegreerd, weegt zijn kennis voortdurend af en combineert het steeds opnieuw om oplossingen voor problemen te vinden.

De industriële massaproductie heeft met de uitvinding van de lopende band een reuzenstap voorwaarts gezet. De lopende band vervoert producten in diverse stadia van fabricage of assemblage in een onafgebroken rij naar de arbeidsplaatsen van mensen of robots die daar een nauwkeurig vastgestelde taak uitvoeren. Een arbeider wordt niet de volledige knowhow bijgebracht over hoe hij alle onderdelen van een complex voorwerp moet monteren. Hij hoeft dat slechts van enkele onderdelen te weten. De lopende band transformeert de opleidingstijd in een tayloriaanse ruimte.

Talrijke experimenten leveren nu reeds het bewijs dat deze geordende, hiërarchische, geprogrammeerde productievorm in enkele industrietakken geleidelijk wordt vervangen door het chaotische model dat we de 'fractale organisatie' zullen noemen. Op het eerste gezicht lijkt chaos niets gemeenschappelijk te hebben met een lopende band. Men dient echter niet te vergeten dat uit chaos orde kan ontstaan, mits men in staat is het systeem overeind te houden in de kritische overgangsfase (aan de rand van chaos) tussen verkalkte starheid en onvruchtbare turbulentie, aangezien deze fase de creativiteit, het innovatieve vermogen en de complexiteit bevordert. Door een fractalisering van een organisatie is het mogelijk lineaire processen te doorbreken en op alle niveaus van handelen terugkoppelingsmechanismen te creëren.

Een fractale fabriek is in weliswaar autonome, maar met elkaar verbonden, modules onderverdeeld die alle actoren omvatten die bij de productie of assemblage van een object zijn betrokken. Sommige van hen werken stroomopwaarts (planning, design, computerondersteunde conceptie), andere stroomafwaarts (presentatie, promotie, marketing), maar het team werkt altijd als een geheel waarin elke actor kan interveniëren, afhankelijk van zijn eigen werkritme en de druk van zijn planning, op een chaotische wijze, mits hij zich aan de gestelde termijn houdt. Bovendien zijn sommige actoren onderling uitwisselbaar en multifunctioneel, wat de flexibiliteit van de werkzaamheden verhoogt. Binnen een fractale structuur bestaat een hoge mate van motivatie en participatie, omdat zij de kern van de gehele fabriek vormt. Het kleine weerspiegelt het grote. Omdat de teams met elkaar in een netwerk zijn verbonden, vormt het geheel een levend kapitaal van gedeelde kennis die, als bij een hypertekst, in hiërarchische niveaus is ingedeeld. Dankzij een menselijke of elektronische verbinding leidt iedere kennis en iedere toepassing tot andere kennis of andere toepassingen. Op deze wijze passen werkplaatsen, fabrieken en ondernemingen zich als levende organismen aan de hen omringende wereld aan. Een fractale fabriek isoleert en verschanst zich niet achter starre structuren, maar coördineert de stromen, functies en reguleringen door deze met externe pressies te harmoniëren.

Het chaotische model en een fractale organisatie zullen noodzakelijk zijn voor alle vormen van gedematerialiseerde, gedecentraliseerde productie, zoals die welke reeds in de cyberspace zijn gerealiseerd. Het zal gaan als bij de makers van audiovisuele programma's (grafici, makers van digitale beelden, redacteuren, musici, vaklieden voor trucages) die zich op verschillende plaatsen bevinden en in een gedelocaliseerde, virtuele elektronische studio als team samenwerken. Zij zijn in modules georganiseerd die via elektronische netwerken communiceren, en geven hun werk door overeenkomstig de bestaande planning. Hierbij gaat het om het gedematerialiseerde equivalent van de 'computergestuurde productie' van een fabriek die volgens de principes van 'just in time', 'no stock' en 'no fault' functioneert. 'Computergestuurde creativiteit' berust op soortgelijke principes. In de toekomst zullen deze informatiefabrieken (multimedia of unimedia) worden gekloond volgens de principes van het chaotische model en de fractale organisatie en aan collectieve creativiteit en innovatie bijdragen.

Bovengenoemde nieuwe organisatievormen in het onderzoek en de productie bieden ondernemingen de gelegenheid zich aan de druk van de evolutie aan te passen. In deze context verdient het kostbare menselijke kapitaal bijzondere aandacht. Niet alleen moeten 'menselijke hulpbronnen' worden beheerd, maar ook moeten nieuwe verbindingen tussen personen en hun onderneming worden aangelegd. Deze verbindingen moeten berusten op respect voor persoonlijke zienswijzen, die steeds waardevoller zullen worden door opleidingen op verschillende niveaus; bijvoorbeeld voor een betere omgang met informatie, tijd en persoonlijke energie. Deze grondstromen bepalen feitelijk de effectiviteit van iedereen bij het uitoefenen van zijn beroepsmatige functies. Indien zij verstandig worden beheerd, kunnen zij het leven meer zin geven en aan een betere symbiotische relatie tussen mens en onderneming bijdragen.

15 maart 2000, Jules Ruis.


To the top of this page