Vragenlijst Conflicthantering (model van Thomas Kilmann)

Terug naar index Vragenlijsten

Doel van deze vragenlijst is een zekere mate van inzicht verkrijgen in de persoonlijke wijze van reageren op conflicten.

Deze vragenlijst bevat 30 paren van uitspraken. Het is de bedoeling dat u zich situaties voor de geest haalt, waarin uw doelstellingen afwijken van die van iemand anders (liefst in dezelfde organisatorische setting).

Gezien de situaties wordt gevraagd om voor elk paar aan te geven welke uitspraak (A of B) voor u het meest karakteristiek is.

In sommige paren van uitspraken zal noch uitspraak A, noch uitspraak B echt karakteristiek zijn voor uw gedrag. Omcirkel dan toch de uitspraak die voor u het meest waarschijnlijk is.

NB: Het is niet mogelijk om met deze vragenlijst een diep inzicht te krijgen in uw persoonlijkheid. Het gaat om uw gedrag waarbij de uiteindelijke scores alleen dienen om aan te geven hoe u mogelijk reageert op mogelijke conflicten.

Omcirkel van elk paar slechts één uitspraak (A of B)

1.

A.

Er zijn momenten waarop ik de ander de verantwoordelijkheid laat om problemen op te lossen.

 

B.

Ik probeer liever door te gaan op die aspecten waarover we het eens zijn, dan te onderhandelen over verschilpunten.

2.

A.

Ik zoek naar een compromis.

 

B.

Ik probeer zowel mijn eigen belangen als die van de ander recht te doen.

 

 

 

3.

A.

Meestal probeer ik stevig aan mijn eigen doelstellingen vast te houden.

 

B.

Ik probeer de gevoelens voor de ander te sparen en onze relatie in tact te houden.

 

 

 

4.

A.

Ik probeer een compromis te zoeken.

 

B.

Soms offer ik mijn eigen belangen op ten gunste van de ander.

 

 

 

5.

A.

Ik probeer de hulp van de ander te krijgen bij het zoeken naar een oplossing.

 

B.

Ik doe wat nodig is om spanningen te vermijden.

 

 

 

6.

A.

Ik vermijd het om mezelf narigheid te bezorgen.

 

B.

Ik probeer mijn doelstellingen te laten overwegen.

 

 

 

7.

A.

Ik probeer het probleem wat uit te stellen tot ik tijd heb gehad om er goed over na te denken.

 

B.

Ik lever wat in als de ander dat ook doet.

 

 

 

8.

A.

Meestal probeer ik stevig aan mijn doelstellingen vast te houden.

 

B.

Ik probeer alle problemen en belangen meteen openbaar te maken.

 

 

 

9.

A.

Volgens mij moet je je niet altijd druk maken over verschillen.

 

B.

  1. Ik doe mijn best om mijn zin te krijgen.

 

 

 

10.

A.

Ik probeer stevig aan mijn doelstellingen vast te houden.

 

B.

Ik probeer een compromis-oplossing te vinden.

 

 

 

11.

A.

Ik probeer alle problemen en belangen meteen openbaar te maken.

 

B.

Ik probeer de gevoelens van de ander te sparen en onze relatie in tact te houden.

 

 

 

12.

A.

Soms vermijd ik een positie in te nemen waardoor een controverse kan

ontstaan.

 

B.

Ik geef de ander gelijk op een bepaald punt als de ander dat ten opzichte van mij ook doet.

 

 

 

13.

A.

Ik stel tussenoplossingen voor.

 

B.

Ik druk mijn punten door.

 

 

 

14.

A.

Ik vertel de ander mijn ideeën en ik vraag die van de ander.

 

B.

Ik probeer de ander van de logica en voordelen van mijn standpunt te overtuigen.

 

 

 

15.

A.

Ik probeer de gevoelens van de ander te sparen en onze relatie in tact te

houden.

 

B.

Ik doe wat nodig is om spanningen te vermijden.

 

 

 

16.

A.

Ik probeer de gevoelens van de ander niet te kwetsen.

 

B.

Ik probeer de ander te overtuigen van de verdiensten van mijn standpunt.

 

 

 

17.

A.

Meestal probeer ik stevig aan mijn eigen doelstellingen vast te houden.

 

B.

Ik tracht te doen wat nodig is om spanningen te vermijden.

 

 

 

18.

A.

Als het de ander gelukkig maakt, mag die van mij aan zijn standpunten vasthouden.

 

B.

Ik geef de ander gelijk op een aantal punten als de ander dat ten opzicht van mij ook doet.

 

 

 

19.

A.

Ik probeer alle problemen en belangen meteen openbaar te maken.

 

B.

Ik probeer het probleem wat uit te stellen tot ik tijd heb gehad om er goed over na te denken.

 

 

 

20.

A.

Ik probeer direct onze verschillen bespreekbaar te maken.

 

B.

Ik zoek naar een eerlijke verdeling voor ons beiden van winst- en verliespunten.

 

 

 

21.

A.

Bij het praten over verschillen tracht ik rekening te houden met de wensen en behoeften van de ander.

 

B.

Ik probeer te komen tot een directe bespreking van het probleem.

 

 

 

22.

A.

Ik zoek naar een standpunt wat tussen dat van de ander en van mij ligt.

 

B.

Ik probeer mijn belangen veilig te stellen.

 

 

 

23.

A.

Ik ben erg vaak bezig om aan alle wensen te voldoen.

 

B.

Er zijn momenten waarop ik de ander de verantwoordelijkheid laat om de problemen op te lossen.

 

 

 

24.

A.

Als de ander verlangens heeft en daar veel waarde aan hecht, probeer ik daaraan tegemoet te komen.

 

B.

Ik probeer de ander over te halen een compromis te sluiten.

 

 

 

25.

A.

Ik probeer de ander van de logica en de voordelen van mijn standpunt te overtuigen.

 

B.

Bij het praten over verschillen tracht ik rekening te houden met de wensen en verlangens van de ander.

 

 

 

26.

A.

Ik stel tussenoplossingen voor.

 

B.

Ik probeer vrijwel altijd tegemoet te komen aan ons beider verlangen.

 

 

 

27.

A.

Soms neem ik een standpunt, waardoor een controverse kan ontstaan, niet in.

 

B.

Als het de ander gelukkig maakt, mag de ander van mij aan de eigen gezichtspunten vasthouden.

 

 

 

28.

A.

Meestal probeer ik stevig aan mijn eigen doelstellingen vast te houden.

 

B.

Ik vraag de ander om hulp om het probleem op te lossen.

 

 

 

29.

A.

Ik stel een tussenoplossing voor.

 

B.

Volgens mij moet je je niet altijd druk maken over verschillen.

 

 

 

30.

A.

Ik probeer de gevoelens van de ander niet te kwetsen.

 

B.

Ik bespreek de problemen altijd met de ander om samen een oplossing te zoeken.

Score vragenlijst

  1. Omcirkel per vraag het door u gegeven antwoord.
  2. Tel vervolgens per kolom het aantal omcirkelde letters op en vul dat in bij Score.

 

Stijlen van conflicthantering

(Noteer de totaal-Scores uit voorgaande vragenlijst in onderstaande cirkels)

Bij welke situaties is welke stijl geschikt?

1. Meegaan

- als je credit wilt opbouwen;

- wanneer je ongelijk hebt.

 

4. Probleem aanpakken

- als inschikkelijkheid nodig is;

- bij het vermijden van onderhuids zeer;

- als de verschillende belangen niet genegeerd kunnen worden.

 

5. Compromis sluiten

- als het om een tijdelijke oplossing gaat;

- als het conflict matig belangrijk is;

- wanneer een redelijke oplossing goed genoeg is.

 

3. Ontlopen:

- als het niet belangrijk is;

- wanneer er geen verandering op zal treden (bijv. persoonlijkheid);

- relatie in stand houden.

 

2. Doordrukken:

- in noodgevallen;

- bij impopulaire maatregelen ;

- als je weet gelijk te hebben.

Terug naar de top van deze pagina.