1.
Het jaar 2000; start van het bewustzijns-tijdperk
Panta rhei: alles is in beweging. Dat geldt
op de dag van vandaag op meerdere niveaus van ons functioneren: privé,
zakelijk en maatschappelijk. Werden vroeger deze drie domeinen nadrukkelijk
van elkaar gescheiden, tegenwoordig vertonen zij onderling steeds meer
samenhang. Starten met het jaar 2000 vraagt om integratie van deze drie
aspecten van ons functioneren. Centraal in het sturen van de actuele
ontwikkelingen staat de manager. Van hem wordt strategisch gedrag verwacht
op elk van de drie niveaus. Strategisch gedrag vereist van de moderne
manager dat hij weet wat hij zelf wil, dat hij de missie en doelstellingen
van zijn organisatie helder weet te verwoorden en dat hij zich bewust
is van de meer maatschappelijke golfbewegingen. Na het tijdperk van
de landbouw zijn we via de industriële revolutie in de informatiemaatschappij
beland. We rijden intussen allen op de elektronische snelweg. Deze weg
leidt ons naar het tijdperk van een hernieuwd bewustzijn ofwel naar
een bewuster 'zijn'. Met de start van het jaar 2000 zijn we begonnen
het bewustzijns-tijdperk binnen te treden. De manager van vandaag wil
deze nieuwe eeuw mede vorm en inhoud geven. Dat wil hij doen op een
eigentijdse wijze. Voor deze bewuste manager is het Bewustzijns Besturings
Model ontwikkeld.
2.
Hoofdlijnen Bewustzijns Besturings Model
Het Bewustzijns Besturings Model is een hulpmiddel, een bijzonder
soort bril, voor het systematisch kijken naar een organisatie. Kijkend
door deze bril wordt het blikveld van binnen naar buiten steeds verder
vergroot. Net als bij een fotocamera kan het BBM inzoomen en uitzoomen.
Het perspectief van het persoonlijk en organisatorisch bewustzijn verandert
geleidelijk en systematisch van het hier-en-nu van alledag naar de voor
de organisatie relevante omgeving en de redelijk overzienbare toekomst.
Het BBM onderscheidt daarbij drie niveaus: basic awareness, business
awareness en global awareness.
De scope van het BBM richt zich in eerste instantie op de kernkwaliteiten
van de managers en het team waarin zij werken (basic awareness). Wat zijn ieders ambities en
verwachtingen? Wat motiveert mensen? Hun samenwerkingsverbanden spelen
een rol. Ook teamrollen komen aan bod. Leidinggeven, onderhandelen en
conflicthantering krijgen bijzondere aandacht.
In tweede instantie richt de kijker van het BBM zich op het geheel
van de afdeling, de productgroep, de businessgroep en de totale organisatie
(business awareness). Wat
zijn op deze niveaus de kerncompetenties, dus de zaken waar de organisatie
goed in is, of de komende jaren goed in wil worden? Wat is het primaire
proces in zijn relatie tot de ondersteunende staf- en servicetaken?
Hoe komt een businessplan tot stand?
In derde instantie gaat de aandacht van het BBM naar de voor de
organisatie relevante omgeving (global
awareness). De leveranciers en afnemers komen in beeld.
Wat verwachten zij van de organisatie? Hoe kan de organisatie voor hen
toegevoegde waarde leveren? Ook wordt de blik gericht op de instanties
die voor de meeste managers en medewerkers nog verder van de dagelijkse
gang van zaken zijn verwijderd. Wie zijn de aandeelhouders? Wat is hun
betekenis als financiers van het eigen vermogen? Zo zijn er meer relevante
factoren en actoren in de omgeving.
Tenslotte keert het BBM weer terug naar waar het is begonnen: naar
de managers en de medewerkers, dus naar de mensen in de organisatie.
Zij stellen zich daarbij vanuit het verruimde perspectief de vraag:
welke sterke elementen uit het verleden moeten worden vastgehouden en
wat kan vanaf morgen anders/beter worden gedaan om de organisatie tot
een succes te maken.
3.
Samenvatting
Het Bewustzijns Besturings Model maakt de managers en medewerkers
in een organisatie bewust van de processen die er in de organisatie
plaatsvinden. Tevens biedt het BBM inzicht in de relaties die er bestaan
tussen de kernkwaliteiten van die managers/medewerkers, de kerncompetenties
van de organisatie, de bekwaamheden van de partners-in-business (o.a.
leveranciers en klanten) en de waarden en normen in de samenleving.
Het BBM is een model voor het bewust managen van zowel de menselijke
en organisatorische interfaces als de relaties met de omgeving, bezien
vanuit een perspectief in ruimte en tijd, met als motto:
" F R O M - A
W A R E N E S S - T O - E X C E L L E N C E "
4.
Business Awareness
In het BBM staat de Business Awareness centraal. Bij de uitwerking
van het BBM op dit niveau worden 3 P's onderscheiden: Producten, Partners
en Processen. Deze P's worden aan de hand van onderstaande figuur nader
toegelicht.
4.1 Producten / Kerncompetenties
Prof. Prahalad heeft de laatste jaren veel ervaring opgedaan in
het opsporen van kerncompetenties in organisaties. Kerncompetenties
zijn volgens hem goed te definiëren en te analyseren. Ze kunnen gebaseerd
zijn op technologie, maar ook op kennis, op hulpbronnen of op relaties
met leveranciers en klanten. In feite is alles wat de basis is voor
een doorslaggevend concurrentievoordeel een kerncompetentie. De kerncompetenties
komen tot uitdrukking in de door de organisatie te produceren en te
verkopen producten. Uiteraard kunnen deze 'producten' ook in de vorm
van diensten worden ontwikkeld en op de markt worden gebracht.
4.2 Partners
Voor het goed functioneren van een organisatie zijn vier partners
voortdurend met elkaar in interactie: management, medewerkers, leveranciers
en klanten. Elk van deze partners wordt onderstaand nader belicht.
* Management (dat
het beleid bepaalt)
Om de mentaliteit in de organisatie te laten groeien van 'Awareness'
naar 'Excellence' zijn leiders nodig die het goede voorbeeld geven.
Effectieve leiders zorgen voor de inspiratie waardoor medewerkers tot
grotere creativiteit in staat blijken, dan zonder deze aansturing. Leiderschap
gaat uit van vertrouwen en van geloof dat iedereen verantwoordelijkheid
nastreeft in zijn werk. Effectieve leiders erkennen dit en geven anderen
de kans te tonen wat zij waard zijn. Leiders geven medewerkers de informatie,
de middelen en het vertrouwen om creatief en zelfsturend te kunnen opereren.
Zij vragen om terugkoppeling en waarderen de inbreng van de medewerkers.
Op deze manier delen ze de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid met
anderen. Goed leiderschap berust niet alleen op de uitoefening van macht
die van bovenaf wordt gedelegeerd, maar is vooral ook gebaseerd op gezag
dat de leider van onderuit de organisatie moet verdienen. Goede managers
passen hun stijl van leidinggeven doelgericht aan. Zij hanteren de stijl
die de taakvolwassenheid van de medewerker vraagt.
* Medewerkers (die de uitvoering verzorgen)
Ieder mens heeft van nature een innerlijke motivatie, en daarmee
de nieuwsgierigheid om zich te ontwikkelen (leren te leren) en het verlangen
om door anderen erkend te worden. Medewerkers kunnen niet 'gemotiveerd'
worden als zij hun innerlijke deur op slot houden. Van hen mag verwacht
worden dat zij zich open opstellen naar hun collega's en chefs in hun
omgeving. Zij mogen als waardering voor deze openheid verwachten dat
zij door anderen met respect worden behandeld. Iedere medewerker heeft
zijn specifieke kernkwaliteiten. De som van de persoonlijke kwaliteiten
vormen de kerncompetenties van een organisatie. Zonder het geheel van
deze bekwaamheden heeft een organisatie geen bestaansrecht. Voor het
efficiënt en effectief functioneren van een organisatie is teamwerk
van doorslaggevende betekenis. Medewerkers worden uitgedaagd om creatief
samen te werken in teams. Zij stellen het succes van hun groep boven
persoonlijke doelen. Teamwerk vereist een flexibele opstelling, het
is nodig voor het succesvol opereren en schenkt persoonlijke voldoening.
* Leveranciers
(die producten aan een organisatie leveren)
Het hoofddoel van een organisatie, tevreden klanten, kan pas worden
bereikt als alle bedrijfsprocessen optimaal zijn ingericht, goed worden
beheerst en voortdurend worden verbeterd. Leveranciers vervullen een
essentiële ingang bij het runnen van een onderneming. Zij vormen een
integraal onderdeel van de gehele bedrijfsketen. Om succesvol te kunnen
zijn, dienen de leveranciers betrokken te worden bij verbeteringsacties.
Samenwerking met leveranciers zet aan tot door hen gestimuleerde veranderingen.
De relatie met hen is gebaseerd op een lange termijn streven naar duurzaam
partnership. Dit leidt tot wederzijds succes en winstgevendheid. Naast
externe leveranciers zijn er de interne leveranciers van producten,
diensten en informatie. Tijdige voorwaartse koppeling en terugkoppeling
zijn van vitale betekenis voor het optimaal verloop van de bedrijfsprocessen.
De keten als geheel is zo sterk als de zwakste schakel.
* Klanten (die
producten van een organisatie kopen)
Een organisatie die streeft naar kwaliteit erkent de noodzaak om
de klant voorop te stellen bij iedere beslissing die wordt genomen.
Het oordeel van de klant bepaalt het succes of falen van een organisatie.
De klanten van een organisatie hebben er recht op, dat management en
medewerkers hun uiterste best doen om op tijd te leveren wat is afgesproken.
De tevredenheid van de klant wordt in belangrijke mate bepaald door
de kwaliteit van de geleverde producten in vergelijking met die van
de concurrenten. Zoals een organisatie naast externe leveranciers ook
interne leveranciers heeft, zo zijn er naast externe klanten ook interne
klanten van producten, diensten en informatie. De tevredenheid van de
interne klanten wordt bepaald door de kwaliteit van de geleverde output
in vergelijking met de kwaliteit van de andere interne leveranciers.
Hierbij speelt samenwerking een belangrijke rol. Afstemming en interne
coördinatie behoren tot ieders taakopdracht.
4.3 Processen
Binnen het BBM onderscheiden we vier processen, die in onderling
verband dienen te worden beschouwd: doelen stellen, organiseren, uitvoeren
en bijsturen. We noemen deze processen in samenhang de besturingscyclus
(Deming-circle: plan - do - check - action). Het betreft het systematisch,
planmatig en projectmatig streven naar perfectie.
* Doelen stellen (communiceren)
Het proces van het stellen van doelen betreft zowel de vaststelling
van de visie, missie en doelstelling van de organisatie als de beleidsvertaling
hiervan door het management naar de lagere niveaus in de organisatie.
De uitdaging hierbij is alle medewerkers in de organisatie te bereiken
en te motiveren. Het resultaat van de beleidsvertaling zijn businessplannen,
waaruit voor iedere afdeling en medewerker concreet meetbare doelen
zijn af te leiden. De tweerichtings-communicatie die hiervoor nodig
is, gaat van boven naar beneden en van beneden naar boven. Deze informatie-uitwisseling
betitelen we als top-down en bottum-up communicatie.
* Organiseren
Na het proces van het stellen van doelen gaan we over op het proces
van het organiseren. Door het organisatie-adviesbureau McKinsey is hiervoor
het 7S-model ontwikkeld.
Dit model is genoemd naar de zeven samenhangende aspecten waarmee bij
het organiseren rekening moet worden gehouden. De zeven aspecten zijn:
Strategie, Stijl (van leidinggeven en organisatiecultuur), Structuur,
Systemen, Skills (Sterkten en competenties in de organisatie) en Staff
(medewerkers in de organisatie). In het oorspronkelijke 7S-model zit
tenslotte de S van Shared Values. Deze S behoort in het BBM tot het
proces van doelen stellen. De 7e S in het BBM betreft de Shared Resources
(gemeenschappelijke middelen, zoals machines, huisvesting, computer-apparatuur
e.d.). Voor elk van de zeven invalshoeken worden uitdagende en realiseerbare
prestatie-indicatoren vastgesteld, zoveel mogelijk uitgedrukt in de
S van $ (dollars). Deze indicatoren worden nader gespecificeerd in tijd
en ruimte: naast het lopende jaar wordt ook een meerjarenplan opgesteld;
de vastgestelde streefcijfers op businessniveau worden vertaald naar
afdelingen en medewerkers.
* Uitvoeren (produceren)
Na het proces van organiseren stappen we over op het proces van
de daadwerkelijke uitvoering. Dit proces wordt ook wel het primaire
proces genoemd vanwege het grote belang voor de organisatie. Centraal
in dit voortbrengingsproces staan de producten. Deze producten dienen
door een organisatie op de meest efficiënte en effectieve wijze ontwikkeld,
geproduceerd en verkocht te worden. Grondstoffen, halffabrikaten en
producten worden getransformeerd en getransporteerd in een aaneengesloten
keten van de leverancier naar de klant. Hiervoor is opnieuw tweerichtingsverkeer
nodig. De goederen gaan voorwaarts (feed-forward) en er vindt terugkoppeling
van informatie plaats over de resultaten (feedback).
* Bijsturen
Na het proces van uitvoeren gaan we over op het proces van evalueren
en bijsturen. Dit houdt in dat we de bereikte resultaten gaan meten
en vergelijken met de eerder gestelde doelen. Al doende leren we. Afwijkingen
van de gestelde normen moeten leiden tot het bijsturen van de eerdere
processen. Aldus ontstaat een proces van voortdurende verbetering.
5.
De zich ontwikkelende organisatie (business development)
Zoals bij de inleiding reeds is aangegeven, ontwikkelt een organisatie
op weg naar perfectie zich vanuit zijn kern steeds meer naar de schil.
De aanvankelijk naar binnen gerichte aandacht verschuift geleidelijk
meer naar de omgeving. De focus is bij het ontstaan van een organisatie
vooral productgericht. Bij verdere groei verschuift de aandacht naar
leveranciers, klanten en markten.
Bij de volgende verbeterslag krijgen externe invalshoeken aandacht.
Het 7S-model wordt uitgebreid tot een 13S-model.
We voegen de volgende 6 S-en toe: Suppliers (leveranciers), Sales
(verkopen, klanten en markten), Subsitutors/Competitors (vervangende
producten en concurrenten), Shareholders (aandeelhouders), Science/Technology
(wetenschap en techniek) en Society (de samenleving, inclusief de overheid).
De vier eerder genoemde partners worden uitgebreid met andere relevante
actoren en factoren.
In de kern van het BBM voegen we de 6 aspecten toe volgens het mensbeeld
van Ruis (ratio-emotie, verleden-toekomst en hemel-aarde, met 'hart
en ziel' in het midden). Tevens voegen we 6 elementen toe volgens het
model van de teamrollen. Deze 12 invalshoeken benoemen we alle met de
Engelse term die begint met een 'S'. Het BBM wordt daarmee compleet
en krijgt een inhoud van 25S. Zie hiervoor onderstaand plaatje.
De vier eerder genoemde processen blijven dezelfde, uitmondend in
een evaluatie en herbezinning op de kernkwaliteiten van de medewerkers
en de kerncompetenties van de organisatie. Steeds blijft daarbij de
samenhangende vraag: welke kwaliteiten zijn nodig om de partners in
het vernieuwde perspectief nu en in de toekomst voldoende toegevoegde
waarde te leveren.
6.
Verander-management
Teneinde de gewenste veranderingen en verbeteringen tijdig te kunnen
implementeren is een proces van bewust verander-management noodzakelijk.
Dit houdt in dat een aantal stappen in een bepaalde volgorde en binnen
een bepaalde tijd dient te worden doorlopen. Gelet op het grote strategische
belang van de aanpassingen voor de organisatie is een projectmatige
aanpak sterk aan te bevelen. Daarvoor geldt als uitgangspunt dat er
door middel van zorgvuldige interne communicatie een draagvlak voor
de veranderingen wordt geschapen bij managers en medewerkers. Vervolgens
dient het 'wat te veranderen' (visie, missie en doelstellingen) vertaald
te worden in het 'hoe te veranderen' (in termen van het 7S-model). Per
7S-element wordt een project geformuleerd, passend binnen het geheel
van een meta-planning. Aan elk van deze projecten worden de benodigde
middelen toegewezen. De voor de organisatie eindverantwoordelijke manager
dient tevens de eindverantwoordelijkheid voor het meta-project op zich
te nemen. De aanpak is in onderstaande figuur schematisch weergegeven.
De verbeteringen/veranderingen dienen uiteindelijk te leiden tot
een structureel beter strategisch gedrag van de managers en medewerkers.
Strategisch gedrag zijn acties gericht op het realiseren van doelstellingen.
Daarbij onderscheiden we strategisch gedrag op elk van de drie genoemde
niveaus. Het BBM maakt managers en medewerkers bewust van de samenhang
en integratie van deze niveaus zoals deze tot uitdrukking komen in de
activiteiten en werkzaamheden van elke dag.
7.
Het opleiden van managers en medewerkers
Voor een organisatie op weg van 'Awareness' naar 'Excellence' zijn
gekwalificeerde managers en medewerkers een vitale voorwaarde. Het opleiden
van deze human resources is een belangrijk kenmerk in een lerende organisatie.
Op basis van het BBM is een managementcursus ontwikkeld: de Training
Interactie Management (TIM)
De eerste zorg van een organisatie is het op peil houden c.q. het
op peil brengen van de basiskwaliteiten van de managers en medewerkers:
kennis van de producten, kennis van de procedures en kennis van de (veelal
geautomatiseerde) systemen. De op dit gebied ontwikkelde cursussen hebben
betrekking op het 'Produceren' in het BBM. Het gaat hier vooral om het
aanleren van taakgerichte kennis en vaardigheden. Uitgangspunt voor
de TIM is de aanname dat deze kennis en vaardigheden bij de betrokken
managers voldoende zijn ontwikkeld.
In het proces van het doelen stellen en de beleidsvertaling hiervan
naar de organisatie zijn twee aspecten dominant voor het behalen van
succes: het kennen van de bedrijfscultuur en het voeren van een dialoog
tussen management en medewerkers. Het proces van Communiceren staat
hierbij centraal. Dit proces dient te worden gerelateerd aan de cultuur
van de organisatie. Uitgangspunt voor de TIM is dat ook de op dit gebied
noodzakelijke kennis en ervaring in voldoende mate bij de deelnemers
aanwezig is. Zo niet, dan wordt voorafgaand aan de TIM de mogelijkheid
geboden om in de vorm van een integraal ondernemersspel twee dagdelen
(zes ronden) te oefenen met de besturingscyclus plan-do-check-action.
Naast een meer theoretische invalshoek zijn de deelnemers in teamverband
bezig met een aantal logistieke problemen uit de dagelijkse praktijk
van inkopen, produceren, voorraad houden en verkopen, alsmede de vertaling
hiervan in een exploitatierekening.
8.
Training Interactie Management (TIM)
In de Training Interactie Management (TIM) staat het begrip 'learning
by interaction' centraal. Het BBM is daarbij een hulpmiddel en krijgt
een invulling op meerdere niveaus. Beginnend op het niveau van de individuele
manager (basic awareness) wordt het model vervolgens in ruimte en tijd
steeds verder ingevuld op het niveau van business units (business awareness)
om tenslotte te eindigen op het niveau van de strategische ontwikkelingen
(global awareness).
Uiteraard moeten de verschillende niveaus elkaar aanvullen en versterken.
De meer globale invulling op een hoger niveau is uitgangspunt voor de
invulling op een lager niveau. De concrete invulling op een lager niveau
bepaalt de mogelijkheden voor het hogere niveau.
Bijzonder aandachtspunt in de TIM is de relatie van een bedrijf
met de relevante omgeving. Als experiment is een TIM ontwikkeld speciaal
gericht op de regio Zuidoost-Brabant. De deelnemers hieraan komen bewust
uit verschillende kennisintensieve bedrijven (inclusief de zakelijke
dienstverlening), kennisinstellingen en intermediaire c.q. overheidsorganisaties.
Vertegenwoordigers uit deze organisaties treden op als inleiders in
deze TIM.